Revolverend fonds

  • Efficiënte inzet van publiek geld
  • Hefboomwerking door co-financiering
  • Risicospreiding
  • Stimuleren van financieel levensvatbare projecten met maatschappelijk waarde
  • Imago
  • Grote afstand tussen overheid en ontvanger
  • Middelen niet direct opeisbaar
  • Duur en complex

E.    Risico’s van het instrument revolverend fonds

Het gebruiken van het instrument revolverend fonds brengt verschillende risico’s met zich mee. Deze zijn verschillend van aard: sommige zijn juridisch, andere juist politiek, economisch of psychologisch. De belangrijkste en meest genoemde risico’s worden hier behandeld.

(Tekort aan) democratische controle

De politieke beslissing om een revolverend fonds op te richten moet worden voorgelegd aan de betreffende volksvertegenwoordiging. Politieke inmenging is in dit stadium zeker mogelijk en zelfs wenselijk. Spanningen kunnen echter ontstaan nadat het fonds is opgericht en in werking is getreden, omdat politieke inmenging dan minder goed mogelijk is. Dit speelt met name wanneer een revolverend fonds als aparte rechtsvorm is vormgegeven.

In dat geval kan de besteding van het publieke geld zich onttrekken aan democratische verantwoording en controle via de jaarlijkse begrotingscyclus. Door het publieke geld in een aparte rechtsvorm onder te brengen blijft het geld immers meerjarig beschikbaar voor hetzelfde maatschappelijke doel, zonder dat periodiek opnieuw politieke goedkeuring is vereist voor de (her)besteding van het geld. In veel gevallen hebben bestuurders bovendien weinig tot geen invloed op de investeringsbeslissingen die worden genomen. Politiek gezien blijven zij echter wel verantwoordelijk voor de beoogde aanwending van de geïnvesteerde middelen, hetgeen tot spanningen kan leiden.

Voor de volksvertegenwoordiging is het daarom lastig om de verantwoordelijke politieke bestuurders ter verantwoording te roepen. Daarbij speelt ook een informatieprobleem; de informatievoorziening van het fonds naar de politiek verloopt niet altijd soepel of onvoldoende volledig. Daarom is het voor de volksvertegenwoordiger soms lastig vast te stellen  wat de maatschappelijke en financiële rendementen van een revolverend fonds zijn.

Het beeld bestaat dat het juist wenselijk is dat de politiek op afstand staat van het revolverend fonds. Revolverende fondsen zouden zakelijke, consistentere en minder politiek gedreveninvesteringsbeslissingen nemen. In sommige gevallen zal een individuele investeringsbeslissing toch een politieke keuze zijn en economische motieven zullen dan minder een rol spelen. Het is de vraag of het in dat geval wenselijk is dat een revolverend fonds dat op afstand staat deze beslissing neemt.

Balans financieel en maatschappelijk rendement

Bij het revolverend fonds is het cruciaal dat zowel (risicovolle) financiële waarde als ook maatschappelijke waarde wordt gecreëerd,. Beide doelstellingen zijn  belangrijk, waardoor er een balans tussen de financiële en maatschappelijke waarde moet worden gevonden. Het is daarom cruciaal om op alle niveaus van het fonds voor professionals te zorgen die intrinsiek gemotiveerd zijn om zowel financieel als maatschappelijk rendement te realiseren .

Het is belangrijk hier duidelijke afspraken over te maken tussen het fonds en de financierende overheden, zodat de balans blijft behouden tussen financieel en maatschappelijk rendement. Het risico kan zich voordoen  dat de focus van de (politieke) overheidsorganisatie en/of de fondsmanager te veel gericht is op financieel rendement, Dit omdat financieel rendement relatief eenvoudig te bepalen is en geld meestal een belangrijke rol speelt, terwijl maatschappelijke waarde lastiger concreet te maken en te kwantificeren is.

Niet de gewenste mate van revolverendheid

Het risico bestaat dat een revolverend fonds niet de mate van revolverendheid bereikt die de oprichters van het fonds voor ogen stond. Hierbij kunnen de volgende twee situaties worden onderscheiden:

1.  Het revolverend fonds is niet revolverend genoeg, waardoor (een deel van) het geld niet terugvloeit naar het fonds.

Het is vaak niet zonder reden  dat de maatschappelijk relevante projecten waarin een revolverend fonds investeert niet of niet voldoende door de private markt worden opgepakt. Voor het bestaansrecht van een revolverend fonds moet immers sprake zijn van een marktfalen. Sommige projecten zullen daarom niet slagen, waardoor de uitgezette financiering niet of niet in zijn geheel terugvloeit naar het fonds.

Het idee is vaak dat een financieel succesvol project het verlies van de mislukte projecten kan dragen en dat daardoor het fondskapitaal in zijn geheel op de lange termijn revolveert en in stand blijft. Het kan echter ook voorkomen dat dat er onvoldoende financieel succesvolle projecten zijn waardoor  het fondskapitaal krimpt. In veel gevallen zal – in tegenstelling tot de subsidie a fonds perdu – wel een deel van de uitgezette financiering terugvloeien naar het fonds.

2.  Het revolverend fonds is te revolverend, waardoor het fonds marktverstorend optreedt.

Hoewel een revolverend fonds slechts geacht wordt op te treden  wanneer er sprake is van marktfalen, zou het fonds niettemin  in projecten kunnen investeren waarbij onvoldoende sprake is van marktfalen en waar private financiering mogelijk zou zijn geweest. Het gevolg zal zijn dat het fondskapitaal  blijft groeien.  Daarbij zal dan ook sprake zijn van crowding out: vanwege de sterke positie die het revolverend fonds in de markt inneemt, krijgen marktpartijen niet de kans  deze maatschappelijke projecten te financieren. Het is dan zaak de financiering aan de markt over te laten en het publieke geld in te zetten waar het een groter (maatschappelijk) verschil kan maken. 

Strijd met het staatssteun- en/of aanbestedingsrecht

De Europese staatssteun en/of aanbestedingsregels die bij revolverende fondsen relevant zijn, zijn complex. De Nederlandse regels sluiten hier niet altijd goed aan. Het is daarom van groot belang hier voldoende aandacht voor te hebben.

In beginsel mag bij het opzetten van een revolverend fonds en door een revolverend fonds geen staatssteun worden verstrekt. Door de jaren heen zijn hier veel uitzonderingen op gekomen, waardoor er sprake is van rechtmatige staatssteun. Op verschillende manieren kan staatssteun rechtmatig zijn, bijvoorbeeld door een algemene uitzondering maar ook door een goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie. Het is belangrijk zich te realiseren  dat als staatssteun onrechtmatig is verstrekt, het geld moet worden teruggevorderd van de ontvangers. Bij startende bedrijven kan dit snel tot een faillissement leiden. Klik hier voor meer informatie.

Het aanbestedingsrecht is erop gericht dat de overheid op een transparante en effectieve manier inkoopt tegen de beste prijs-kwaliteitverhouding, waarbij ondernemers een goede en eerlijke kans maken op een opdracht c.q. financiering. Het fondsbeheer zal in de meeste gevallen moeten worden aanbesteed. Als dit gebeurt in strijd met de Aanbestedingswet 2012, kan de overeenkomst tussen de overheidsorganisatie en de uitvoerder worden vernietigd. Indien de overeenkomst wegens dwingende redenen van algemeen belang niet kan worden vernietigd of als de overeenkomst is vernietigd maar de werking daarvan geheel of gedeeltelijk is ontzegd, moet de ACM de overheidsorganisatie een boete opleggen. Klik hier voor meer informatie.