Interview Demy Jongkind over haar proefschriftonderzoek naar netwerksubsidies

Persbericht 21 maart 2025
Header image Interview Demy Jongkind over haar proefschriftonderzoek naar netwerksubsidies

Op dinsdag 8 april zal Demy Jongkind haar proefschrift ‘Netwerksubsidies. Een onderzoek naar de wijze waarop samenwerking in subsidierelaties binnen het bestuursrecht kan worden vormgegeven’ verdedigen. Demy Jongkind heeft in haar proefschrift onderzoek gedaan naar netwerksubsidies. Daarnaast bespreekt Demy welke regelgeving nodig is om de knelpunten die in haar onderzoek naar voren komen, aan te pakken. We spraken met Demy over de bevindingen van haar proefschrift en welke lessen hieruit getrokken kunnen worden.

Hoe zou je je proefschrift in vijf zinnen omschrijven?

Netwerksubsidies worden in toenemende mate in de praktijk op diverse beleidsterreinen ingezet. Deze subsidievorm - waarbij meerdere partijen zijn betrokken bij de financiering/uitvoering van een gesubsidieerd project - kent allerlei voordelen. Maar hoe verhoudt deze ontwikkeling in de praktijk zich tot het huidige subsidierecht met een tweepartijenrelatie als vertrekpunt in subsidietitel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht? In mijn onderzoek heb ik een antwoord gezocht op de vraag in hoeverre het huidige subsidierecht de netwerksubsidie voldoende kan faciliteren en welke nieuwe regelgeving er nodig is om de gesignaleerde knelpunten op te lossen. Aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden van netwerksubsidies, heb ik kansen en knelpunten onderzocht en aanbevelingen geformuleerd om de netwerksubsidie een permanente plaats te kunnen geven in het huidige subsidierecht.  

 

Hoe ben je tot de keuze van dit onderwerp gekomen? 

Tijdens mijn master was ik student-assistent van Willemien den Ouden, waardoor ik affiniteit kreeg met het financieel bestuursrecht en het doen van onderzoek. Na de afronding van mijn master wilde ik graag promotieonderzoek doen en mij verder verdiepen specifiek in het subsidierecht. Het onderwerp netwerksubsidies heb ik niet zelf gekozen, maar op gesolliciteerd naar aanleiding van een vacature op de website van de Universiteit Leiden. Het onderwerp sloot direct aan op mijn wensen, mede door de grote praktijkinvalshoek. Het meewerken aan deze website Financieren in Netwerken en het tussentijds delen van mijn resultaten aan de praktijk, maakt dat diezelfde praktijk direct aan de slag kon met mijn bevindingen en ik nieuwe onderzoeksideeën kreeg aangereikt.

 

 

Wat zijn de grootste valkuilen bij de inzet van een netwerksubsidie?

Er zijn meerdere valkuilen die zich bij de inzet van netwerksubsidies voordoen. Vanuit de invalshoek van de meest voorkomende jurisprudentie kom je uit bij de figuur van de penvoerder in samenwerkingsverbanden. Uit deze jurisprudentie blijkt dat de subsidietitel onvoldoende is toegesneden op de netwerksubsidie, wat tot vervelende situaties voor de netwerkpartners kan leiden. Wanneer het subsidie-ontvangende samenwerkingsverband een penvoerder als centrale actor aanwijst die de subsidiegelden in ontvangst neemt namens alle deelnemers, is het de bedoeling dat de penvoerder deze gelden aan hen doorbetaalt. Wanneer dit niet gebeurt, het subsidieproject spaak loopt (omdat de penvoerder bijvoorbeeld failliet gaat) en de overige deelnemers een terugvorderingsbesluit ontvangen voor gelden die zij nooit hebben ontvangen, kunnen zij ten overstaan van de bestuursrechter niet naar de wanpresterende penvoerder wijzen. Dit betreft volgens de bestuursrechter een interne aangelegenheid van het samenwerkingsverband. Samenwerking brengt dus ook een zekere afhankelijkheid van elkaar met zich mee. Daarnaast is het erg lastig om een balans te vinden tussen enerzijds het netwerk openzetten voor nieuwe partijen en anderzijds een duurzaam netwerk opbouwen. Deze inherente spanning tussen het beginsel van gelijke kansen en de doelstelling om langdurig samen te werken binnen een netwerk blijft een uitdaging voor partijen. 

 

Waarom zou je de netwerksubsidie inzetten als instrument?

De inzet van de netwerksubsidie kent verschillende voordelen: het delen van kennis en kunde, de vermindering van de administratieve lasten, de efficiëntere en effectievere besteding van de subsidiegelden, de toenemende inwonersparticipatie en de toenemende samenhang in de uitvoering van projecten. Uit mijn praktijkonderzoek blijkt bovendien dat de behoefte aan de netwerksubsidie groot is. Het bereiken en faciliteren van samenwerking is een essentieel onderdeel van de doelstelling van de netwerksubsidie, wat naadloos past in de huidige netwerksamenleving. Ik denk dan ook zeker dat de netwerksubsidie de toekomst heeft.


Wat zijn jouw toekomstplannen na het afronden van je proefschrift?

Momenteel ben ik met veel plezier werkzaam als advocaat bij Pels Rijcken, bij de sectie Bestuursrecht. In deze functie kan ik de kennis die ik tijdens mijn promotietraject heb opgedaan goed benutten. Een deel van mijn promotieonderzoek betrof praktijkonderzoek, dus heel leuk om nu ook daadwerkelijk zelf in de praktijk te werken! Mijn passie voor de wetenschap wil ik echter niet helemaal loslaten en dat hoeft gelukkig ook niet: er is genoeg ruimte om te publiceren en presentaties te verzorgen. Deze combinatie van wetenschap en praktijk bevalt mij heel goed.

 

Meet weten over netwerksubsidies? Klik dan op de onderstaande link.

Netwerksubsidies