Esmée Driessen verdedigt proefschrift burgerparticipatie
Op 18 juni zal Esmée Driessen haar proefschrift verdedigen met als onderwerp "Stimulering en facilitering van burgerinitiatieven door de overheid. Over de 'dienende' overheid bij derde generatie burgerparticipatie". Esmée Driessen is promovenda bij de Universiteit Leiden en een van de schrijvers van de keuzetool van Financieren in Netwerken. We spreken Esmée over haar onderzoek naar burgerinitiatieven.
In je onderzoek naar burgerinitiatieven bekijk je knelpunten die initiatiefnemers en overheden kunnen tegenkomen en beoordeel je eventuele juridische oplossingen. Hoe zou je je proefschrift in vijf zinnen omschrijven?
Mijn onderzoek richt zich op knelpunten die ontstaan wanneer een groep burgers (initiatiefnemers) hun plannen, die zij in het voordeel van hun directe leefomgeving vinden, uit willen voeren. Hierbij komen zij vrijwel altijd in aanraking met de overheid. Dat kan zijn als financier, maar ook als vergunningverlener, handhaver, wetgever en - meestal - een combinatie van al deze rollen. De overheid wil zulke plannen graag ondersteunen, maar dat is vaak niet makkelijk. Anders dan in veel andere onderzoeken doe ik op verschillende (rechts)gebieden concrete voorstellen hoe overheden burgerinitiatieven beter kunnen faciliteren. In mijn onderzoek beperk ik me niet tot juridische punten zoals bijvoorbeeld het staatssteunrecht. En ook staan er niet alleen frases in als 'durf los te laten' en 'heb vertrouwen'. Je vindt er veel praktische punten, zoals bijvoorbeeld waar je op moet letten wanneer je een subsidieregeling voor burgerinitiatieven op wil stellen.
Hoe ben je tot de keuze van dit onderwerp gekomen?
Tijdens mijn master was ik student-assistent van Jacobine van den Brink. Tijdens een bespreking met Jacobine, Willemien den Ouden en Rianne Jacobs kwamen allerlei 'nieuwe financieringsvormen' aan bod. Het Right to Challenge was er daar één van. Ik vroeg wat het 'Right to Challenge' (tegenwoordig noemen we het ook wel 'uitdaagrecht') was en toen is het balletje gaan rollen. In minder dan 5 minuten had ik een scriptieonderwerp dat ook uitgebreid kon worden naar een promotieonderzoek. Veel van de 'nieuwe financieringsinstrumenten' die tijdens die bijeenkomst zijn besproken zijn overigens in de Keuzetool van Financieren in Netwerken beland.
Welke nieuwe inzichten voor overheden en initiatiefnemers hoop je te delen met je proefschrift?
Ik hoop dat overheden zullen inzien dat zij zelf de grootste troef in handen hebben als het aankomt op het succesvol ondersteunen van burgerinitiatieven. Anders dan regelmatig wordt gedacht is namelijk het wettelijk kader niet het grootste knelpunt. Er zijn zeker ingewikkelde onderwerpen, maar met de juiste (juridische) kennis, kom je al zó ontzettend ver. Ik hoop dus dat overheden zullen kijken naar de stappenplannen, voorbeeldverordeningen en andere handvatten die ik aandraag en daarmee aan de slag gaan. Daarbij is echter wel noodzakelijk dat 'de overheid' ook écht in wil zetten op het ondersteunen van burgerinitiatieven. Zoals ik al zei hebben zij de grootste troef in handen; zonder een overheid die echt wil, kom je er eigenlijk niet.
Vanuit Financieren in Netwerken is het doel om een overzicht te bieden van financieringsinstrumenten die door de overheid kunnen worden ingezet. Het doel van een minder leidende overheid komt ook terug in je proefschrift. Zijn er lessen uit je proefschrift relevant voor de financieringsinstrumenten van Financieren in Netwerken?
Bij de instrumenten waar er echt veel samenwerking nodig is tussen overheid en een andere entiteit - of dat nu een burger is of een bedrijf - zal waarschijnlijk de noodzaak om als overheid dienstbaar te zijn ook nadrukkelijk naar voren komen. In mijn proefschrift heb ik onderzocht hoe de overheid hier gevolg aan kan geven, specifiek vanuit het oogpunt van burgerinitiatieven. Wellicht dat sommige van mijn handvatten ook voor andere instrumenten kunnen worden gebruikt. En voor alle instrumenten geldt dat zij worden ingezet omdat het 'oude' financieringsinstrumentarium dat bestaat uit de subsidie en de (overheids)opdracht als ouderwets en beperkend wordt gezien. Voor alle instrumenten - ook de mijne dus - geldt echter dat er gewoon gebruik wordt gemaakt van the good old subsidie en (overheids)opdracht; met die instrumenten kun je ontzettend veel kanten op.
Wat zijn jouw toekomstplannen na het afronden van je proefschrift?
Op dit moment ben ik werkzaam als senioradviseur 'Democratie & Rechtsstaat' bij de Raad van het openbaar bestuur (ROB). In die functie kan de kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn proefschriftonderzoek goed worden benut, dus dat wil ik nog wel een tijdje blijven doen. Wat er daarna op mijn carrièrepad komt, is nog afwachten. De wetenschap - het lesgeven, het doen van onderzoek, het houden van presentaties - is in ieder geval iets dat ik niet helemaal los wil laten. Gelukkig hoeft dat ook niet. Ik geef nog regelmatig colleges en heb nog wat onderzoeksideeën op de plank liggen. De vraag is alleen wanneer ik die kan gaan uitwerken.
Nieuwsgierig geworden? Esmée verdedigt op 18 juni 2024 om 16.15u haar proefschrift. De verdediging is toegankelijk voor publiek (Academiegebouw Universiteit Leiden, Rapenburg 73), maar is ook online te volgen via: Livestream promotie - Universiteit Leiden.
Ook is het boek via de volgende site te bestellen: Stimulering en facilitering van burgerinitiatieven door de overheid | Driessen | 9789047302230 | Boom